Een papieren prop is een uitdagend onderwerp om te te schilderen. De vlakken buigen allerlei richtingen op, waardoor je veel verschillende waarden van licht naar donker krijgt. Bij het schilderen kun je al snel de kluts kwijtraken. Daarom kom ik hier met wat tips op de proppen.
Schets
Zet eerst de schets op. Dat kan al een hele klus zijn. Let eerst vooral op grote vormen, daarna kun je binnen die grote vormen werken aan kleinere vormen.
Probeer eventueel ook eens om op een grijs doek te schilderen. Je kunt dan namelijk schetsen met donkergrijze verf, maar ook met lichte verf. Soms kan dat handig zijn, zo kun je al wat houvast creëren.
Achtergrond
De prop is erg licht. En wij ervaren die prop als licht, omdat de omgeving vrij donker is. Die omgeving is van grote invloed op onze waarneming en daarom is het aan te raden (niets is verplicht!) om die eerst in te blokken.
Kijk hieronder maar eens hoe anders de prop eruit ziet als je er wit omheen zet. De schaduwen lijken dan ineens veel donkerder dan ze eigenlijk zijn.
Originele foto: schaduwen komen relatief licht over en de prop lijkt erg wit
Bewerkte foto: schaduwen komen relatief donker over en de prop lijkt minder wit
Begin met zekerheden
Nu is de prop aan de beurt. Zoek naar dingen die je behoorlijk zeker weet, dingen die je goed kunt inschatten. Voorbeelden hiervan zijn: het donkerste donker en het lichtste licht. Als je bijvoorbeeld met het donkerste donker begint, dan weet je dat alles wat daarna komt in ieder geval lichter wordt.
Hetzelfde geldt voor het lichtste licht. Zet de absoluut lichtste delen er maar eens in.
Let op: het donkerste donker hoeft natuurlijk niet per se zwart te zijn en het lichtste licht niet per se wit.
En nu?
Luister vooral naar je intuïtie. Misschien vind je het fijn om na de lichtste delen de net ietsjes donkerdere delen er in te zetten. Maar je kan je nu natuurlijk ook op de donkerste delen gaan storten. In de demo kies ik ervoor om de net iets donkerdere partijen erin te zetten.
Daarna kun je alle andere toonwaarden gaan uitvogelen. Het geeft niet als je fouten maakt, dat hoort er juist bij. In principe blijf je houvast hebben aan de waarden die je het eerst hebt neergezet, bijv. de lichte. Als je op een gegeven moment het idee hebt dat er iets niet klopt, vergelijk de toonwaarde van dat vlak dan met je lichtste of donkerste delen en probeer in te schatten of de toonwaarde iets te donker is geworden of juist te licht. Moet het dichter naar elkaar toe, of verder van elkaar vandaan?
Veel succes en plezier met schilderen!
Referentiefoto (voor als je het zelf ook wil proberen):
Reactie plaatsen
Reacties