Als we dingen gaan natekenen zoeken we altijd naar houvast. We hebben aanknopingspunten nodig. Als we een paar aanknopingspunten hebben, dan kunnen we van daaruit makkelijk volgende aanknopingspunten vinden.
Een handig hulpmiddel is om binnen je onderwerp (of een gedeelte van je onderwerp) te zoeken naar helften en/of derden. Het is belangrijk om een goed gevoel te ontwikkelen voor het in tweeën en drieën delen van lijnen.
Eerst een voorbeeldje uit de praktijk
Als je deze fraaie foto wil natekenen, dan kun je het hoofd tussen denkbeeldige lijnen zetten, een op de kruin, een op de kin.
Als je nu op je papier ook twee lijnen zet, in de door jou gewenste maximale hoogte, dan staat dat al vast vast.
Dan kun je gaan zoeken naar het midden in je onderwerp, in dit geval zie je dat de ogen precies in het midden zitten. Als je nu op je papier ook een lijn precies in het midden zet, tussen de twee lijnen die je al had staan, dan weet je dus nu dat op die lijn ergens die ogen moeten komen te staan.
Natuurlijk: er is veel dat we nog niet weten, maar we hebben al veel meer dan niets, want eerst was ons papier nog leeg!
Zo kun je ook je helften weer in helften verdelen, of zelfs in derden. Niet alles valt natuurlijk altijd precies op een lijn, maar je weet in ieder geval dan in wélke helft of derde, en je kunt dan schatten hoeveel naast het midden je moet gaan zitten.
Oefening
Nu is het in de praktijk vaak nog best lastig om precies ergens het midden van in te schatten. Gelukkig kunnen we ons gevoel daarvoor trainen en nog op een super makkelijke manier ook!
Trek eerst flink wat lijnen op een vel papier. Probeer de lijnen uit de losse hand zo recht mogelijk te trekken. Geef elke lijn een andere lengte.
Markeer de boven- en de onderkant van de lijn. Schat dan in waar het middelpunt is. Markeer dat met een licht potloodstreepje.
Nu is het belangrijk, zeker de eerste paar honderd keer dat je dit doet, om jezelf goed te controleren. Je kunt met je potlood makkelijk meten of je goed zit. Zet de punt van je potlood tegen de ene markering. Zet dan je wijsvinger op het potlood op de plek van de andere markering.
Verplaats je potlood om te meten of je het goed had ingeschat.
Normaal gesproken zul je er (zeker in het begin) achter komen, dat je er heel vaak naast zit. Misschien veel, misschien heel weinig. Dat is helemaal niet erg, je kunt dit echt trainen.
Vaak hebben mensen een ‘afwijking’ naar één kant, zo had ik zelf altijd dat mijn onderste helft langer was dan de bovenste. Als je dat merkt, wordt het dus zaak om bij een nieuwe lijn rekening te houden met je afwijking en dus, even tegen je gevoel in, iets lager of hoger te markeren. Je zult dan merken dat je dichter in de buurt komt of misschien zelfs al helemaal goed zit.
Soms zit je er misschien maar nét iets naast, maar wees dan toch kritisch en pas het even aan. Een paar millimeter verschil lijkt niet veel, maar in een kleine tekening is dat relatief toch een groot verschil.
Verdeel de helften ook weer in helften, net zolang tot het geen echt nut meer heeft, ga dan naar je volgende lijn.
Meer uitdaging nodig?
Als je merkt dat je er best wel goed in wordt, maak het jezelf dan wat moeilijker, door lijnen kris kras over je vel te zetten, en laat ze ook over elkaar heen lopen.
Doordat de lijnen scheef staan en door elkaar lopen, moet je goed je doel in de gaten blijven houden. Je moet je focussen op die ene lijn die je wil gaan verdelen. De rest doet er niet toe. Dit kom je ook tegen als je dingen natekent: voor je het weet word je blik afgeleid door allerlei details die er niet toe doen. We moeten leren dat uit te schakelen, er ‘doorheen te kijken’ en ons doel alleen maar in de gaten te houden.
Derden
Aangezien opdelen in derden ook heel praktisch is als je dingen natekent, is het belangrijk om ook daar een goed gevoel voor te ontwikkelen.
Je kunt bovenstaande oefeningen herhalen, maar dan je lijnen dus in drieën verdelen.
Je kunt ook combinaties maken; eerst je lijn in tweeën verdelen en die helften dan weer in drieën verdelen.
Vierkanten
Als je een beter gevoel krijgt voor proporties (want daar zijn we eigenlijk mee bezig), dan zul je zien dat je ook makkelijker goede vierkanten kunt tekenen. Een vierkant bestaat immers uit vier gelijke lijnen.
Je kunt ook hier weer een leuke oefening van maken. Je trekt gewoon eerst een lijn, dan moet je de drie andere lijnen eraan zetten en die moeten dan natuurlijk net zo lang zijn.
Maak gewoon regelmatig wat vierkanten van verschillende groottes.
Demo op YouTube
In de video laat ik bovenstaand verhaal zien: