Bomen: plan van aanpak (opbouw schilderij)

Een schilderij wordt meestal opgebouwd. Net als bij het bouwen van een huis: eerst leg je een fundering en daar bouw je op voort.

Alla Prima

Ik zeg expres meestal, want er is ook een schildertechniek waarbij alles in één sessie wordt neergezet. Daarbij wordt dan ook nat-in-nat gewerkt. Die techniek noemen we ‘alla prima’. Nu is dat met olieverf prima te doen, maar met acrylverf is dat door de snelle droogtijd bijna niet mogelijk.

Opbouw in lagen

Als je met acrylverf schildert bouw je je schilderij in lagen op. Hieronder volgen wat tips. Er zijn namelijk vele manieren om een schilderij op te bouwen en er zijn geen ‘verkeerde’ manieren. Probeer eens wat dingen uit. Gebruik wat je fijn vindt, wat je niet fijn vindt moet je gewoon overboord gooien.

Alles begint met inspiratie en een idee

Als we helemaal bij het begin beginnen, dan zul je natuurlijk eerst een (globaal) idee moeten hebben over wat je wil gaan schilderen. Je hebt misschien zelf iets bedacht, of je bent ineens geïnspireerd door iets wat je tegenkomt, het kan vanalles zijn.

Alles begint met inspiratie

Schetsen

Er is vrijwel geen kunstenaar te vinden die direct zijn doek aanvalt met zijn verf en kwasten. Het idee wordt eerst vaak onderzocht met een of meerdere schetsen. Zo kan bepaald worden hoe iets in beeld gebracht kan worden, waar het licht vandaan komt, verhoudingen kunnen alvast geoefend worden en nog meer van dat soort dingen.

Doel

Maar dat is niet het enige belang van schetsen. Vaak kom je er door het maken van een schets al snel achter wat precies hetgeen is wat je op dat moment zo inspireert. Dat kan ook weer vanalles zijn en dat kunnen hele grote dingen zijn, maar het kan ook zoiets simpels zijn als het geraakt worden door een mooie kleurencombinatie of hoe een bepaalde vorm een andere vorm overlapt. En waarom is dit belangrijk om te weten? Nu je weet wat je inspireert, heb je ineens een doel. Je weet wat je wil gaan overbrengen met je schilderij. Zo weet je dus op een gegeven moment ook wanneer je klaar bent met je schilderij. Als je doelloos begint, dan kun je tot in het oneindige doorschilderen, je kunt dan niet precies weten wanneer je klaar bent.

Voorstudies kun je ook in kleur maken natuurlijk!

Ondergrond kiezen en prepareren

Daarna wil je op een papier of doek gaan werken. Je prepareert je doek of papier met gesso, en dan heb je al wat mogelijkheden om uit te kiezen. Je kunt er witte gesso erop smeren, maar je kunt je gesso ook een kleur geven.

Het heeft veel voordelen om op een gekleurde ondergrond te werken. De mogelijkheden zijn eindeloos, zo kun je ervoor kiezen om je ondergrond een soort neutraal grijs te maken, of je kiest een aardkleur, of juist een felle kleur.

Felle ondergrond (gesso met cyaan erdoor)

Je kunt natuurlijk ook ná het aanbrengen van witte gesso een verdunde kleurlaag op je doek smeren.

Landschapsschilders werken vaak op een relatief roodachtige ondergrond als ze veel groen in hun schilderij gaan gebruiken. Zo krijgen ze heel mooi intense groene kleuren en een mooi stralend schilderij.

Schets op doek overbrengen

Daarna wordt de schets overgebracht op het doek. De een werkt het liefst met een zeer uitgebreide schets, waar al veel detail in staat, de ander werkt liever met een minimum aan schetswerk. Experimenteer daarmee en zet jezelf niet vast, kijk gewoon naar wat je op dat moment het fijnst vindt.

Je kunt je schets opzetten met verf, ik vind dat de makkelijkste route, want acrylverf droogt watervast op en veegt dus niet uit. Gebruik niet al te donkere kleuren, want die zijn moeilijker weg te werken in volgende lagen. Gebrande omber en ruwe omber zijn fijne kleuren voor een schets.

Met potlood of houtskool kun je je schets atuurlijk ook opzetten, alleen zal je verflaag dan vervuild raken met grafiet. Potlood en houtskool lossen op in de verf en je krijgt het er dan overal doorheen.

Je kunt je tekening eventueel fixeren met een laag sterk verdunde gesso (verdund met water). Dan moet je wel redelijk resoluut met zo min mogelijk schilderbewegingen de boel insmeren, anders veeg je gewoon je schets uit. Oefen dit eerst eventueel even op een onbelangrijke schets.

Een andere mogelijkheid is werken met medium. Dat is eigenlijk acrylverf zonder pigmenten erin. Eventueel kun je het een beetje verdunnen met water. Ook hier geldt weer: resoluut erop smeren, niet teveel vegen, anders ben je je schets kwijt.

Je kunt je potlood of houtskoolschets ook fixeren met fixatief, maar eigenlijk is dat doorgaans niet bedoeld om overheen te schilderen. Acrylverf hecht er wel aan, maar het kost toch wat moeite en wie weet hoe het zich op de lange duur gaat gedragen.

Globaal naar specifiek

Meestal is het handig om te beginnen met relatief grote vormen en kleurvlakken. Dan kun je met elke nieuwe laag steeds wat specifieker worden op gebied van detail en kleur.

Van donker naar licht

Over het algemeen is het ook handig om van donker naar licht te werken. Als je begint met de donkerste stukken dan kun je daar de rest van je balans van donker naar licht aan ophangen. Ga hier heel vrij mee om, want het is heel afhankelijk van je onderwerp. Als je veel (lichte) lucht moet schilderen met wat bomen ervoor, is het natuurlijk veel logischer om met die lucht te beginnen.

Van achteren naar voren

Iets anders om rekening mee te houden: het is vaak handig om de achtergrond eerst te doen, en dan naar voren te werken. Als je namelijk eerst de voorgrond doet, dan moet je later de achtergrond eromheen zien te knutselen. Het valt dan soms niet mee om het als een egale achtergrond over te laten komen.

Er zijn trouwens ook genoeg kunstenaars die bijvoorbeeld gewoon van rechts naar links (of andersom) het hele schilderij langsgaan en zo alles invullen.

Ik zie ook vaak portretschilders die bijvoorbeeld bij een oog beginnen en dan van daaruit de hele boel eromheen gaan schilderen en dan zelfs pas op het laatst de achtergrond aanpakken.

Grisaille

Je kunt ook beginnen met een monochrome onderschildering; een grisaille.

En eigenlijk is dat wat we in de vorige les hebben gedaan, want daar maakten we een redelijk uitgebreide licht/donker studie in grijzen.

grisaille als basis voor je schilderij

De balans van donker naar licht is daar al helemaal in is verwerkt. Zo heb je eerst het voordeel dat je de tonen goed neerzet zonder afgeleid te worden door kleur. In het volgende stadium kun je je puur op kleur concentreren.

in het volgende stadium hoef je je alleen maar met kleur bezig te houden

Zo’n monochrome onderschildering kun je natuurlijk ook maken met andere kleuren, bijv gebrande omber en wit. Het principe is hetzelfde alleen is dat dan een wat warmere ondergrond dan die  grijze.

Er zijn dus vele manieren om te beginnen en het is dus echt een kwestie van smaak. Probeer gewoon eens wat verschillende manieren uit en kijk wat het best bij je past. En je kunt het natuurlijk ook per schilderij anders doen.

1: Vereenvoudigen / globale vormen
2: Lichtval
3: Plan van aanpak (opbouw schilderij)
4: Kleur
5: Atmosferische diepte (kleur en detail)
6: Stammen en takken
7: Dynamiek / beweging
8: Oefentips